'Mevrouw, u mag zich van onderen helemaal uitkleden en dan zie ik u zo.'
Mijn gynaecoloog wijst in de richting van het gordijn. In de hoek van de behandelkamer. Een soort pashokje in een wel heel vreemde setting.
Na heel wat vruchtbaarheidsonderzoeken, inwendige echo’s en een spectaculaire bevalling, weet ik inmiddels hoe het is om van achter het gordijn poedeltje naakt tevoorschijn te komen. En toch. Toch draag ik altijd een jurkje of een langer shirt, zodat mijn spierwitte blote billen niet direct zichtbaar zijn.
'U mag op de stoel komen liggen, mevrouw. Uw benen spreiden en met uw billen wat meer omlaag.'
Mijn gynaecoloog is een man. En de beste man is groot, robuust en alles behalve elegant. Zijn handen zijn grof en vertellen verhalen.
De felle lamp trekt hij naar zich toe. Hij verlicht hiermee alles wat ik het liefst onder mijn jurkje zou willen verstoppen.
'Ik ga u nu aanraken.'
Het uitstrijkje. Op mijn dertigste verjaardag cadeau gekregen. Een bevolkingsonderzoek waar ik maar al te graag aan mee werk. Gelukkig komt er Pap1 uit, maar ik had eerlijk gezegd ook niets anders verwacht.
Vandaag lig ik hier opnieuw. Ruim drie jaar verder in de tijd. Met mijn benen gespreid en mijn billen wat meer omlaag. De laatste maanden menstrueer ik als een elf jarige puber en dat valt op. Maar ook na een gezellige avond op de slaapkamer val ik met lichte buikkrampen in slaap. Hoogtijd voor opnieuw een uitstrijkje en een check-up van de gynaecoloog.
'Mevrouw, ik ga allereerst met een inwendige echo naar uw baarmoedermond kijken. Dit kunt u voelen, maar het doet absoluut geen pijn.'
Ik zucht diep, want het gevoel aan de linkerkant is alles behalve lekker. De gynaecoloog kijkt me bedenkelijk aan en stuurt de, met glijmiddel ingesmeerde camera de andere kant uit. Rechts voel ik wat druk, maar het gevoel is heel anders.
'Op de echo ziet alles er prima uit, mevrouw. Ik zal nog een uitstrijkje maken en dan krijgt u binnen veertien dagen de uitslag van mij.'
Ondertussen voel ik het lange wattenstaafje een buiging maken in mijn baarmoederhals. Zo gepiept.
'U mag zich weer aankleden en dan door de linkerdeur naar buiten. Aan de balie ontvangt u de telefonische afspraak. Tot over twee weken.'
En dit herhaalt zich na een half jaar opnieuw. Opnieuw een uitstrijkje. Opnieuw optimisme. Opnieuw ‘u hoeft zich geen zorgen te maken, mevrouw’.
En toch is het mis. Het uitstrijkje heeft in mei 2020 positief getest op het HPV virus en er is sprake van Pap2. Normaal gesproken wordt dit virus binnen een half jaar opgeruimd door je eigen lichaam. Maar het kan soms ook wel eens twee jaar duren, vertelt de assistente als ik toch nog eens terugbel met wat vragen.
In januari 2021 blijken de onrustige cellen het nog iets teveel naar hun zin te hebben en dansen zij, hand in hand rond in mijn buik. Het virus geeft zich nog niet gewonnen. En hoewel ik me nog steeds geen zorgen hoef te maken, is het nu wel tijd voor de volgende stap. Een colposcopie. Mogelijk in combinatie met het afnemen van een biopt.
'Mevrouw, op mijn teken is het belangrijk dat u even hoest.'
We leven in een wereld waarin hoesten momenteel erger is dan het laten van een scheet. Dus ik kijk wat bedenkelijk en hij knikt. De gynaecoloog heeft met de microscoop wat onrustige cellen gelokaliseerd. Zij worden uit het dansende kringetje geknipt. Met een tang. Het lijkt wel een barbecue tang. Hoesten helpt ter afleiding en op deze manier is de pijn minder voelbaar. Maar hoesten zonder aanleiding voelt als kriebelen zonder jeuk. Dat hou je niet lang vol, want waarom zou je?
Na drie keer hoesten ben ik dus de motivatie kwijt en voel ik de tang in mijn binnenste diep van binnen.
'Knip.'
Meer dan een prikje is het niet. En groter dan een miertje zal het weefsel niet zijn. Maar opnieuw twee weken wachten duurt lang. Veel te lang.
Reactie plaatsen
Reacties