Hello Moto

‘Heeft u het allemaal een beetje gered de afgelopen weken?’ Met een klein beetje onzekerheid in mijn ogen kijk ik van de Internist naar Tim. En weer terug. Beiden kijken verwachtingsvol mijn kant op. ‘Ow, uhh…ik,’ stamel ik.
‘De nazorg voor uw vriend komt zo, mevrouw.’

Heerlijk vind ik dat. Een arts die weet waar hij het over heeft. Want écht, ik ben een kleine hork de laatste weken. Geduld was nooit mijn sterkste kant, maar momenteel kan ik me al opwinden over wat er eventueel zou kunnen gebeuren. Ik vloek en ik tier en ik smijt de kastdeurtjes keihard dicht.

Maar ik kan ook goed giftig worden als ik niet op de simpelste woorden kan komen in een gesprek. Jongens, ik lééf van de Nederlandse taal.
Ik val af, ik tril en laat alles uit mijn handen tyfstralen. Servies, mijn telefoon. Dé handdoek, als ik me in een nog volgelopen douchebak sta af te drogen. Top!

De arts luistert naar mijn issues, typt wat mee en knikt meelevend. En dan… dan leunt hij wat naar achteren in zijn stoel, met zijn handen gekruist achter zijn hoofd. Dát verlekkerde doktersmoment. Het moment waarop de arts in geuren en kleuren mag vertellen wat er mis is met je.

‘Het lek is boven…,’ begint hij. Heerlijk zo’n intro…
‘U heeft de auto immuunziekte Hashimoto,’ klinkt het verder.

Ha, ik denk dat hij van betere huizen moet komen. Ik durf mijzelf nu toch wel ervaringsdeskundige te noemen; dit is immers de derde keer dat mijn schildklier ontstoken is. Hashimoto is traag werkend. De ‘mijne’ rent inmiddels een marathon in de achtste versnelling.

We krijgen te horen dat mijn schildklier zich niet snel gewonnen geeft. Goh, zelfde dna hé?
Bij de meeste ‘normale’ mensen gaat een schildklier na één ontsteking kapot. Klaar. Finito. Maar met wat levothyroxine - levenslang, dat wel - ben je zo weer het vrouwtje.

Met mijn derde ontsteking in acht jaar, behoor ik niet langer meer tot de ‘normale’ mensen. Ik moet weer bijzonder zijn. Die uitzondering waar artsen van smullen. Zo’n type. ‘Het zou ons echt wel verbazen als uw schildklier het weer op eigen kracht gaat oppakken…’
Ik hou dit keer wijselijk mijn mond.

‘En nu?’ besluit ik dan maar te vragen.

Iedere vier weken worden mijn waardes gecontroleerd en dan kunnen we eigenlijk alleen maar afwachten. ‘En mijn chillpillen?’ De arts kijkt me vragend aan en naast me proest er iemand zijn half warme koffie terug in het ziekenhuisbekertje. ‘Mijn bètablokkers, meneer.’

Tim schraapt zijn keel, veegt de druppels koffie wat knullig van zijn gezicht en kijkt de arts ernstig aan.

‘In het kader van nazorg, dokter. Alstublieft!’


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb