Sterkte

Gepubliceerd op 5 september 2023 om 21:25

Ik moet een bril. Sterker nog… ik heb een bril. Op mijn neus, op dit moment. Turend naar de letters op het beeldscherm. En eerlijk? Het valt me zwaar.

Als een brugpieper met een veel te grote rugtas op mijn rug. Struinend door de gangen van een nieuwe school. Met m'n blik op oneindig, in de hoop dat ik niet teveel opval. Bah.

‘Heb je al nagedacht over het soort montuur van je toekomstige bril?’ Een diepe zucht vult ietwat geïrriteerd de ruimte. De veel te blije dame blijft me vriendelijk aankijken en wacht op antwoord. Omdat ik vermoed dat onzichtbare brillen niet bestaan, mompel ik voorzichtig dat ik nog niet echt gewend ben aan het idee dat ik een bril zou moeten. Dat ik nachtenlang in bed heb liggen zweten van onzekerheid, laat ik voor nu maar achterwege.

‘Zet er nou gewoon eens een op.’ Tim is mee en hij is ervan overtuigd dat een bril me bijzonder goed zal staan. Hij strooit rijkelijk met complimenten als ik de eerste bril voorzichtig op mijn neus schuif. In het hoekje van de winkel vlakbij een veel te kleine spiegel. Nog voordat ik naar mijn spiegelbeeld heb kunnen kijken, trekt Tim me aan mijn arm de winkel door op zoek naar een grotere spiegel.

Met een noodgang zwiep ik de bril van mijn gezicht, vluchtig om me heen kijkend of iemand het heeft gezien. Mij heeft gezien… met een bril op mijn neus.

‘Lin, stel je niet zo aan…’ Ik hoor het je denken. En ik begrijp je, want eerlijk is eerlijk; wat is nu een bril? Mijn moeder draagt een bril, vriendinnen dragen een bril. Zelfs de jonge meiden op de fiets naar de middelbare school dragen een bril. Niet eens op sterkte. Gewoon omdat het hip is.

En ik draag er nu dus ook een. In tegenstelling tot het eerder zo gewenste onzichtbare montuur, is het uiteindelijk een vrij aanwezige bril geworden. Zo’n bril die eigenlijk verdomd goed staat bij een half open blouse en een strak leren kokerrok. Ik gok dat Tim er ook zo naar heeft gekeken, toen hij verlekkerd stond de glimlachen, terwijl ik voorzichtig ‘ja’ zei tegen mijn nieuwe spiegelbeeld.

Over drie maanden heb ik opnieuw een afspraak. Krijg ik ‘zwaardere’ glazen en zal er gekeken worden naar de mogelijkheid om contactlenzen te gaan dragen.
Wat onwennig staan we even later buiten. Drie maanden… ik hoop dat ze voorbij vliegen!

En alsof hij mijn gedachtes kan lezen, pakt Tim mijn hand vast en trekt me stevig tegen zich aan.

‘Drie maanden, Lin. Dat vliegt vast voorbij… Maar weet wel, dat ook ná die drie maanden die bril zo nu en dan op gaat.’

‘Al is het midden in de nacht!’


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb