Wie ben jij?

Gepubliceerd op 5 oktober 2023 om 13:39

‘Juf, wie ben jij?’ Zodra ik mezelf voorstel, zie ik een nog veel grotere vraag boven haar hoofd hangen... ‘Wat kom je hier doen dan?’ Ik leg uit dat ik vandaag een poosje mee kom kijken op de groep.

Tegelijkertijd realiseer ik me dat dit antwoord nogal vaag moet zijn. Ze trekt haar blonde haren wat strakker in de paardenstaart en zonder verder nog iets te zeggen, loopt ze van me weg.

De kinderen krioelen om me heen en ik merk dat ik onder de indruk ben. Ik kom ogen te kort en de eerste namen vliegen me om de oren. Vanuit de zandbak worden ijsjes verkocht, zandtaartjes gebakken en verderop wordt een stevig potje voetbal gespeeld. De blonde meid met paardenstaart knalt de een na de andere bal met een noodgang tegen de muur. Zo nu en dan de scheenbeen van de tegenspeler rakend. Van pijn heeft ze niet gehoord. ‘Je doet toch mee, dan moet je hier tegen kunnen,’ schreewt ze fel in de richting van een wat dromerige jongen op het plein.

Vanmiddag loop ik mee op een buitenschoolse opvang in de buurt. Met een gemiddelde van zestig kinderen, voel ik me totaal overrompeld. Hoe geef je alle kinderen evenveel aandacht en hoe verlies je gedrag niet uit het oog? Het lijkt me een intensieve opgave. Onmogelijk misschien zelfs. En toch ‘loopt’ het.

Ook tijdens het eet- en drinkmoment aan tafel. Er wordt fruit gegeten, gedronken en de crackers worden rijkelijk besmeerd.
Ik ben aan een tafel gaan zitten met tien beginnende pubers. In tegenstelling tot een uur geleden vliegen de vragen me om de oren. Ik mag raden naar leeftijden en ik word hier en daar onwijs in de zeik genomen, wat weer een hoop gelach oplevert. Er wordt hardnekkig gevraagd om uitzonderingen, maar als ik aangeef dat zij dat écht aan hun vaste juf moeten vragen, wordt dat ook zonder morren geaccepteerd.

Na het gezamelijk afruimen, mogen de kinderen weer een eigen plan trekken. Omdat de meesten naar buiten vliegen, sjok ik er rustig achteraan. Het zonnetje schijnt en ik besluit mijn laatste half uurtje daar door te brengen. Verderop het plein worden de eerste kinderen ook alweer opgehaald.

‘Het is hier echt stom!’ Ik kijk naast me en ik zie dat de meid met paardenstaart opnieuw bij me is komen staan. Ze heeft haar armen over elkaar geslagen en kijkt met een lege blik naar de grond.

‘Als ik jou was zou ik hier echt niet komen werken…’ De voetbal rolt behendig onder haar voeten door en zonder iets te zeggen besluit ik op de grond te gaan zitten.

‘Bij welke voetbalclub speel je?’ Als vanzelf komt ze bij me zitten en ze vertelt met een veel zachtere stem dat zij hier in de buurt voetbalt. In het meidenteam. Ik vraag haar naar haar favoriete voetbalclub en voor het eerst kruisen onze blikken elkaar. Ze vertelt over Feyenoord, over haar favoriete speler en over hoe lastig jongens het vinden om met meiden te voetballen. Terwijl meiden dat echt wel kunnen. Meiden zoals zij.

Terwijl we rustig praten, worden er nog steeds zandtaartjes gebakken in de zandbak. Een groepje meiden oefent voor een nieuwe dans, en verderop worden er kinderen geduwd op de schommel. De aandacht is inderdaad verdeeld. Voor ieder kind een beetje. En een beetje meer voor het bijzondere meisje naast me op het plein.

‘Juf, misschien is de BSO toch niet altijd zo stom.’ Ze kijkt me aan en glimlacht voorzichtig. Kwetsbaar en eigenlijk alles omvattend. En zonder het te weten, trekt ze me over de streep.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.