Een team

Gepubliceerd op 20 januari 2025 om 18:08

‘Ik doe je een bandje om met al je gegevens, zodat we weten dat je officieel bij ons in het ziekenhuis bent opgenomen. Daarna prik ik een infuus bij je en dan mogen jullie de kleertjes voor jullie kindje klaarleggen.’ Ik kan Tim zijn gezicht niet zien, maar ik weet zeker dat hij bij het derde deel van deze uitspraak begint te glunderen.

Ik sta aan het bureau van de artsen, met mijn neus boven het toetsenbord. Omdat ik liggend echt helemaal gek word, zucht ik de weeën liever staand weg. Krengen zijn het, die rugweeën, maar samen vinden Tim en ik onze draai. Zodra er een wee komt, roep ik heel kortaf Tim zijn naam en dan weet hij genoeg. Met een stevige vuist peurt hij in mijn onderrug, net zo lang tot de wee weer wat afzwakt. Ze komen nog steeds om de 1 á 2 minuten, dus ook hij is er maar druk mee.

‘Jullie zijn echt een team! Prachtig om te zien,’ zegt de verpleegkundige die het infuus wil aanleggen. ‘Je mag even op bed komen liggen, want staand prikken lukt zo niet.’ Dat liggend prikken haar ook niet al te best af gaat, kan Tim van mijn gezicht aflezen. Mijn ogen worden groot en ik vloek binnensmonds. Maar tijdens het doorspoelen van de lijn, stromen de lelijke woorden toch echt over mijn lippen heen. Behendig wuift de verpleegkundige mijn getier de kamer uit ‘Het kan inderdaad een vervelend gevoel geven, maar dat trekt zo weer weg.’

We worden opnieuw alleen gelaten en ik hups weer van het bed af, richting het staande bureau; mijn veilige plekje.

‘Welk pakje zullen we neerleggen, schat?’ Ik kijk achter me en zie dat Tim de befaamde vluchtkoffer al op het bed heeft gesmeten en driftig aan het zoeken is tussen de zorgvuldig ingepakte setjes kleding. ‘De lichtblauwe dino,’ grom ik een beetje geïrriteerd terug.

Tim kijkt op en ik zie de opgetogen stemming uit zijn ogen wegtrekken. ‘Worden de weeën zwaarder?’

Zuchtend kijk ik naar het infuus en ik mopper dat de weeën op dit moment in het niet vallen bij de pijn in mijn hand. Onder de doorzichtige pleister zien we mijn hand opzwellen en langzaam blauw worden. Dat infuus zit helemaal niet goed en Tim drukt op de rode knop.

Niet lang daarna komt er een andere verpleegkundige binnen wandelen en vraagt wat ze voor ons kan betekenen. Ik laat mijn hand zien. ‘Dit ding is nog pijnlijker dan bevallen.’
‘Oei, die gaan we eruit halen.’ En niet veel later zit er een heel fijn infuus in mijn onderarm en kunnen we weer verder met serieuze zaken; het ontmoeten van onze kleine man.

Rond middernacht komt de dienstdoende gynaecoloog samen met twee verpleegkundigen onze kamer binnen wandelen en ze wil zien hoe we ervoor staan. Terwijl ik met lichte tegenzin weer op het bed klim, wordt er een deel van mijn bevalplan aangehaakt; mijn wens om te bevallen onder begeleiding van mijn eigen gynaecoloog. Precies vandaag is zijn vrije dag, maar één telefoontje was genoeg… Hij wil graag op afstand op de hoogte gehouden worden en kan binnen 10 á 15 minuten in het ziekenhuis zijn. ´

Ik moet glimlachen… Voor velen is hij ‘gewoon een goede gynaecoloog.’ Voor ons inmiddels een Held. Inderdaad, mét hoofdletter. In gedachte zie ik hem op de bank zitten, met een zaterdagavond drankje, een toastje, terwijl hij waarschijnlijk binnen niet al te lange tijd in de auto moet springen. Omdat hij dat beloofd had.

‘Nog steeds 3 centimeter…’ In één klap ben ik terug in de realiteit. In de afgelopen twee uur ben ik dus geen zak opgeschoten. Hoe kan dat nou? Verward kijk ik Tim aan en ik hoor de artsen zeggen dat het tijd is om de vliezen te breken.

Mijn bubbel lijkt even heel ver weg. De angst en het verlangen spelen tikkertje in mijn hoofd en dan grijpt Tim in.

‘Kunnen we heel even overleggen samen?’
Yes! Ja, overleggen. Tuurlijk! God, wat hou ik van deze man.

Hij hijst me van het bed af, terwijl ons bevalteam de kamer stilletjes verlaat. En eenmaal in zijn armen met een kus op mijn voorhoofd, voel ik de rust in mijn lijf weer terugkeren.

‘Jij kan dit, honnepon. En die kleine ook. We gaan straks met zijn drietjes naar huis.’
En dan weet ik dat het tijd is. Tijd voor de volgende fase van dit grote avontuur.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.