'Wat wil je later worden, Sharaï?'
Mijn dochter van vier propt haar wijsvinger in haar onderlip. Haar ogen schieten schuin omhoog en haar heupen zwaaien opzij. Terwijl de kleine dramaqueen nog even nadenkt, glijdt er een glimlach over mijn gezicht.
Voor mij staat een meisje. Mijn meisje. In haar lichtblauwe Elsa jurk. Blonde krullen. Blauw groene ogen.
Sharaï heeft een zacht karakter. Ze is gevoelig en vaak wat onzeker. Dat is wat ik hoor. Van de mensen om mij heen. In de supermarkt. Op de thee en tijdens de overdracht bij de kinderopvang.
Om mij heen zie ik kinderen die ruzie maken. Hun zin doordrijven of voorpiepen bij de glijbaan. Sharaï doet dat niet. En steeds vaker vraag ik mij af waarom niet.
Soms kan ik piekeren over de toekomst. Doe ik het wel goed als moeder? Durf ik haar straks steeds meer los te laten? Wat als haar karakter niet veranderd en zij later net zo wordt als ik?
Ik worstel nog steeds met diezelfde labels. Zacht, gevoelig en onzeker. Door het verleden heen niet geaccepteerd. Verminkt en uitgekotst.
En dat terwijl mijn dochter van vier deze eigenschappen met trots draagt. Als onderdeel van haar karakter. Samen met haar gevoel voor humor, creativiteit en openheid pakt ze je in. Maar alleen als zij dat wil.
Ik zou met ‘later’ willen praten. Over vooroordelen, stempels en verwachtingen. Ik wil mijn dochter zien opgroeien. Op haar eigen manier. In haar eigen tempo.
Ik wil niet dat je haar vergelijkt met die kletskous voor ons in de rij. Ze zal niet gelijk op schoot klimmen als je bij ons langs komt. En nee, Sharaï vraagt niet zomaar aan een wildvreemd kindje of zij nu op de schommel mag. Sharaï is uniek. Net als ieder ander.
'Mama!'
Haar vrolijke stem haalt mij uit mijn gedachtes. Vragend kijk ik haar aan.
'Ik wil later mama worden. Net zo’n mama als jij.'
Reactie plaatsen
Reacties
Wauw wat mooo!