Door de weeks ben je van huis. Vier nachten per week in een ander bed. In een ander land. Nog zeker tot eind november van dit jaar.
Maar vanavond is het vrijdag. De laatste dag zit er weer op en je bent onderweg naar huis. Écht naar huis, want vanavond ben ik hier. Hier in jouw huis. Stiekem en voorzichtig ook een beetje mijn thuis.
Buiten wordt het al vroeger donker en de pannen staan op het vuur. Ik steek wat kaarsen aan en verheug me op je thuiskomst. Maar dit keer ben ik niet alleen.
'Komt Tim er al aan, mam?'
Mijn kleine meisje van bijna zes dwarrelt om me heen. Ze heeft een tekening in haar handen en een blos op haar wangen. Af en aan rent ze de trap op. Vanuit haar slaapkamerraam wil ze naar je zwaaien. Liefde. Warmte. Een gezin. Alsof ik kijk naar een droom van vroeger. Een stille wens voor later.
'Mam… mama. MAM.'
Ik draai het vuur wat lager, en loop naar haar toe. Terwijl ik haar met een glimlach op til, houden mijn ogen haar blik gevangen.
'Wat is er Arie?'
Haar ogen rollen weg en ze zucht theatraal. Ik schiet in de lach en ik kan er niets aan doen. Ik wil er niets aan doen.
Op dat moment hoor ik een auto de straat in rijden en kijk ik mijn dochter met grote ogen aan. Nog voor dat ik kan zeggen dat jij het bent, rent ze enthousiast de gang in. Met handen en voeten tegelijk de trap op, gevolgd door wild geklop op het slaapkamerraam.
Mijn meisje. Stap voor stap ook ons meisje.
De autodeur slaat dicht. Het tuinhek zwaait open en je glimlach zorgt voor een warme kriebel in mijn buik. Mensen om ons heen zeggen dat het juist extra fijn is, elkaar weer te zien na een paar dagen van gemis. De grootste onzin, echt waar.
Onze ogen vinden elkaar en willen ter plekke een dansje doen. Elkaar vast houden en volledig in elkaar opgaan.
'Tim… Timmie. TIM.'
Ik realiseer me dat er boven nog een ‘fan’ staat te wachten en ik wijs gebarend naar de 1e verdieping. Door de regendruppels heen kijk je naar haar slaapkamerraam en je zwaait. Je blijft even staan. Je zet je weekendtas neer en je zwaait met twee armen tegelijk naar het meisje dat precies een half jaar geleden je leven binnen stapte…
Na een heerlijke avond thuis, poets ik boven in de badkamer mijn tanden, terwijl jij beneden de boel afsluit. Op de overloop stop ik nog even bij haar kamertje. Ik gluur naar binnen. Een vast ritueel. De geur van verf en nieuwe spullen. In haar nieuwe bed op haar buikje. De flamingo knuffel in haar hand. Veilig in dromenland.
Met een glimlach stap ik ons koude bed in, op dezelfde verdieping. De deur nog op een kier. Niet veel later gevolgd door voetstappen op het tapijt. Wat gerommel in haar kamertje. Jouw schaduw, lang en slank. Ik hoor je de woorden fluisteren, meegegeven aan de nacht.
'Slaap lekker, lieve Arie.'
Tot morgen.
Reactie plaatsen
Reacties