Wit geluk

546 strooiwagens. 340 sneeuwschuivers en ruim 200 miljoen kilo zout. Nederland laat weten er klaar voor te zijn. De eerste sneeuw van 2021. Kom maar op.

Het is 16 januari. En het voelt vandaag alsof kerst, oudjaar en mijn verjaardag plotseling op dezelfde dag vallen. Bij het wakker worden voel ik een zenuwachtige kriebel in mijn buik. De berichtjes stromen binnen. 'Ben je er klaar voor, Lin? Ik hoop voor je dat er een flink pak zal vallen. Zit je al voor het raam?'

Ik hou van bizarre weersomstandigheden. In de zomer plan ik het liefst mijn hele avond vrij, als er onweer op komst is. Op een stoeltje in de achtertuin. Of zoals afgelopen zomer in de auto. ‘s Avonds laat met koffie voor onderweg. Midden in de polder met de flitsen om ons heen.

In de winter ruil ik mijn stoel het liefst in voor een dekentje op de bank. Met mijn neus tegen het raam gedrukt. In afwachting van een dik pak wit geluk.

Sneeuw heeft iets magisch. Alsof je een Disneyfilm binnen wandelt waar sneeuwpoppen tot leven komen. Het gekraak en geknisper van witte sneeuwvlokken onder je voeten. Geluiden op straat worden gedempt en de nachten geven licht.

Voor vanmiddag voorspellen ze enkele centimeters magie. Code geel voor heel het land en Rijkswaterstaat is er klaar voor. En toch, durf ik het amper te geloven.

Vroeger toen we klein waren. Toen meende moeder natuur het serieus. Dikke centimeters sneeuw, waar je als kleuter van vier volledig in wegzakte. En altijd waren we buiten. Voor het avondeten kwam je thuis. En misschien tussendoor voor een droge broek en schone wanten. Een wortel en wat knopen.

Ik hou van winters. Zoals vijfentwintig jaar terug in de tijd.

Het is inmiddels bijna etenstijd en ook nu spelen er tientallen kinderen buiten op straat. Ze roetsjen met een sleetje van de heuvel en dragen hun sneeuwpopjes liefdevol mee op avontuur. Een poederlaagje sneeuw in 2021 is zoals een dik pak sneeuw in 1995.

Glinsterende ogen en rode wangen. Nederland lijkt alles even te vergeten. Weggedoken in een warme sjaal. Arm in arm. Zij aan zij. Vandaag wandelen we door een sprookje. Over het gras in de knisperende sneeuw.