Het is donderdagmorgen, half 12. Met mijn winterjas half open neem ik plaats in de wachtkamer. Door de kletsnatte paraplu’s, de overvolle mensenmassa en het mondkapje op mijn gezicht voelt de ruimte aan als een dampende jungle.
Ik zit tegenover een echtpaar met een dikke buik. Hij, waarschijnlijk door het ongezonde leven. Zij, door een lang gekoesterde wens diep van binnen. Een prachtig mooi minimensje wat, gezien de grote buik niet heel lang meer op zich zal laten wachten.
Even verderop zit een jonge vrouw met vermoedelijk de aanstaande oma aan haar zij. Verliefd kijken ze naar de echo foto’s in haar hand. Aan de balie verliest een hoogzwangere dame haar geduld. Morgen wordt zij ingeleid, maar het ziekenhuis naar keuze zit hartstikke vol.
Ik laat de beelden op me inwerken, terwijl ik mijn handen voorzichtig verplaats naar mijn eigen buik. Mijn platte buik. Plat en heel even zo oneerlijk leeg.
Plotseling hoor ik de vertrouwde stem van mijn gynaecoloog. Een robuste man met een Duitse tongval. Hij noemt mijn naam en opgelucht sta ik op.
‘Goedemorgen mevrouw, wij kennen elkaar.’ Terwijl ik me af vraag wat deze man nu precies van mij onthouden heeft, loop ik achter hem aan de spreekkamer in. Ik mag gaan zitten en ik krijg de standdaardvragen op me afgevuurd. Of ik kinderen heb en of ik anticonceptie gebruik. Ik heb in het afgelopen jaar al meerdere malen verteld dat ik een dochter van zeven heb en op de normale manier bevallen ben. Het dossier is dus in ieder geval niet blijven plakken bij de beste man.
‘Wanneer was u voor het laatst ongesteld, mevrouw?’ Met een vriendelijk, maar licht ongeduldig gezicht kijkt de gynaecoloog mijn kant op. Ik vertel over de miskraam van eind september en mijn menstruatie een dikke week geleden. Hij noteert dinsdag 26 oktober als eerste dag van mijn laatste menstruatie en verder blijft het stil. Vriendelijk stil. Zich van geen kwaad bewust.
Juist, Lin. We zijn hier voor een uitstrijkje en niet voor een sociaal empatisch theekransje. ‘U mag zichzelf daar achter het gordijntje van onderen uitkleden, mevrouw.’ Mijn Duitse vriend is alweer verzonken in mijn digitale dossier als ik zijn vinger volg naar het kleedhokje in de hoek van de kamer. Ik kleed me van onder uit en ik loop op sokken richting de behandelstoel. Verder draag ik alleen nog een zwart kolletje. Én mijn mondneusmasker.
Poedeltjenaakt van onderen neem ik plaats in de welbekende stoel met beugels, als de gyneacoloog met een knipoog vertelt dat dit geen publieke ruimte is. God, alsjeblieft zeg. Gelukkig niet! Ik schuif nog wat met mijn billen naar voren en ik probeer me te ontspannen. De grote man voor me blijft me glimlachend aankijken. ‘Uw mondkapje mag af, mevrouw.’
Met een blos op mijn wangen wikkel ik het mondmasker om mijn elleboog en spreid ik mijn benen, zoals gevraagd. Het inmiddels vertrouwde: ‘Ik ga u nu aanraken,’ volgt en dan is het ineens gepiept. Geen bloed, geen irritant gevoel. Helemaal niks. Dat geeft hoop. En vertrouwen.
‘Klopt het dat dit het controle uitstrijkje is na de lysexcisie, mevrouw?’ Jazeker, dat klopt. ‘Ik hoop dat dit voorlopig het allerlaatste uitstrijkje is, dokter. Ik ben er wel een beetje klaar mee.’ Heel even denk ik de teleurstelling op zijn gezicht te zien. Maar hoe vriendelijk ik deze man ook vind, over achttien maanden een nieuwe ontmoeting lijkt me meer dan prima. Dat zou betekenen dat mijn uitstrijkje HPV vrij is en Pap 1 genoteerd kan worden in mijn dossier. En een nacontrole over anderhalf jaar, voelt dan veilig genoeg.
‘U kunt aan de balie aan belafspraak maken voor over drie weken, mevrouw. Ik bel u dan met de uitslag.’ Drie weken? Wat is er met de standaardprocedure van twee weken gebeurd? ‘Ik spreek u liever over twee weken, dokter.’ Maar afdingen heeft geen zin meer. Met een vriendelijke glimlach schuift de gynaecoloog de deur achter mij dicht. Mijn verbazing verstopt achter het mondneuskapje. De publieke ruimte tegemoet.
Reactie plaatsen
Reacties